The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Goeroedev Sivananda
De Ziel Van Aananda Koetir

Swami Krishnananda

Aan de voet van de met sneeuw bedekte Himaalayas, gericht naar de in het oosten opgaande zon, ligt Rishikesh, de heilige verblijfplaats van sannyaasins, in diepe contemplatie over het hemelse natuurschoon. Hier kabbelt de heilige rivier de Ganges voort met haar nectarachtige stroom van kristalhelder water op de zoete tonen van een verre koekoek of de toevallige schreeuw van de junglepauw en herinnert de aanblik van het oranje gewaad van een halfnaakte kluizenaar, die met gekruiste benen op een eenzame steen op de oever in stille meditatie zit, ons aan de wijzen van weleer, die voor de eerste keer aan de wereld zijn geautoriseerde Schriften gaven. De verzuchtingen en de spirituele hoop van duizenden hebben sedert de schepping van de wereld diepe indrukken achtergelaten op zijn grondgebied, al klopt zijn hart nog altijd met de koude bries en de opwellende hoop van talloze anderen.

Heiliger nog is de hemelse verblijfplaats van onze Swamiji -Aananda Koetir- die uitzicht biedt op talloze naburige Aashram en Dharmashalas, maar op een afstand van de rest, zijn eigen welbepaalde weg volgend in een wereld die klopt met het leven van vandaag, zonder acht te slaan op de onzekere morgen. Groot is zijn liefde voor de mensheid, want in zijn doel om de goddelijke kennis te verspreiden, standvastig het pad betredend dat hij ervoor heeft uitgestippeld, is het als een bedevaartsoord voor menige vermoeide ziel, die vaak onder zijn dak stopt om zich gulzig te laven aan de bron van de spiritualiteit.

India is trots op haar grote schare wijzen en zieners, die in God leefden en die het hele land bereisden, onophoudelijk werkend aan de spirituele verheffing van de hele wereld. Tot deze lijn behoort de Ziel van Aananda Koetir, afstammeling van de heiligen van het zuiden. Als Ramakrishna Paramahamsa het ideaal was van de Nivritti Marga na Adi Shankaracharya en Rama Tirtha van Vedanta in het dagelijks leven, dan staat Shrie Swamiji voor het in stilte planten van die twee in het hart van één en van allen die in zijn invloedssfeer kwamen. Zijn boeken over alle takken van Yoga, Bhakti en Vedanta hebben een nieuw licht geworpen op en een nieuwe benadering gebracht van de Vedantische saadhanaa, een nieuw begrip van de gewijde literatuur die tot dan een gesloten boek bleef voor zovele Sanskrit onkundige zoekers en het nieuwe inzicht dat de verspreiding van spirituele kennis een van de meest verenigende en verheffende krachten op aarde is om de mensheid te leiden naar het doel van volmaaktheid. Zijn inspanningen om een nieuwe hemel op aarde te brengen door het nastreven van een leven in het goddelijke, liefdevol door hem Goddelijk Leven (Divine Life) genoemd, openbaren zijn kosmische en allesomvattende visie op onze spirituele herleving, herbevestiging en standvastige vooruitgang.

Zijn liefde voor de mensheid of voor ieder levend wezen is niet mechanisch en nooit uiterlijk, want hij gelooft vast in het ingeboren genie van ieder mens, of die nu een goed mens, een schurk of een dief is, dat hem in staat moet stellen in overeenstemming te komen met de goddelijke factor in hem in het licht van een verhevener ideaal. Sat-yam Gnyaanam Anantam Brahma (absolute waarheid, kennis, eeuwigheid) is de ene Mantra die hij hamert in de geest van allen die zijn verblijfplaats betreden en die eeuwen geleden, bij het dagen van de beschaving, voortkwam van het verlichte bewustzijn van de grote wijzen van India, die hij zo overtuigend vertegenwoordigt.

Wat was de drijfkracht, het ideaal, het doel en de visie achter zijn levenslange saadhanaa (spirituele oefening)? Een innerlijke vreugdevolle drang om het pad van spiritualiteit te betreden, in stilte en eenzaamheid, wijl zijn medemensen werden verscheurd door zonde en zorgen, tranen en angsten, deed Shrie Swamiji kijken achter de mistige sluier van werelds lijden en ellende naar de altijd heldere ziel van uiterste zuiverheid, volmaakte goedheid en universele vriendelijkheid en dit bracht hem nader tot het doel van de Zelfverwerkelijking en van aangezicht tot aangezicht met de allerhoogste Godheid.

Vandaag schitteren zijn onophoudelijke saadhanaa, zijn steeds maar toenemende verwachting en liefde om de zoeker op het spirituele pad te dienen -hoe traag en hoe lui die ook moge zijn, zijn levenslange begeerte om allen op het rechte pad te zetten, neen, zijn intens geloof en hoop in het hervormen van de hele mensheid tot Godmensen steeds meer.

Sivananda de grote organisator
Sivananda is de grote organisator. Hij organiseerde The Divine Life Society in 1936. Hij stichtte The All-World Religions Federation in 1945. Hij stichtte The All-World Sadhus Federation in 1946. Hij suggereerde verscheidene methodes voor de organisatie van saadhoes (heilige mannen), sannyaasins (monniken) enz. Zijn organisatorisch talent is waarlijk uniek. Zijn organisatorische kracht is vilakshana (buitengewoon, fabelachtig). Hij organiseert niet louter door constitutionele, door de mens gemaakte, plaatselijke verordeningen. Zijn handelswijze is zonder weerga. Hij bindt alle mensen met liefde, affectie en goede wil. Eerst richt hij een Goddelijk Leven Centrum op in het hart van de mens. Dit ontspringt, bloeit en vindt zijn uitdrukking in een Goddelijk Leven Centrum in een stad of dorp. Andere organisaties mogen uiteenvallen, verdwijnen of falen, maar Sivananda's organisatie schiet nooit tekort, aangezien ze ontstaat uit goddelijke Satkaama en Satsankalpa (goddelijke begeerte en waar voornemen).

Sivananda's pen heeft een enorme invloed op de geest van de mens. Mensen die hem slechts eenmaal zagen werden toegewijde werkers van de vereniging. Zijn brieven zetten hen ertoe aan uit zichzelf centra te openen. Ze voelen een spontane innerlijke drang om deel te nemen aan de Divine-Lifebeweging. Zijn pen is als een zwaard in bekering, niet door bloedvergieten of brute kracht, maar door hun knoop van onwetendheid of de boom van onwetendheid en zijn takken van zelfzucht, oneerlijkheid, haat enz. door te hakken.

Zijn gesprekken van hart tot hart met mensen in de taal van sympathie, oprechtheid en innerlijk gevoel is een andere belangrijke factor die van hem een krachtige en stille organisator maakte. Hij is geen klaroenblazende organisator. Hij is een stille organisator. Zelfs de mensen die in dicht contact met hem leven zijn zich niet ten volle bewust van het werk dat hij in stilte onophoudelijk doet en van de methodes die hij gebruikt om het begeerde einddoel te bereiken.

Hij zegt nooit neen tegen iemand. Hij maakt nooit het onderscheid: "Dit is goddelijk of spiritueel werk; dit is werelds werk." Alle werk is Gods eredienst. Een tijd geleden vroegen enkele mensen hem het voorzitterschap waar te nemen van de Muni-ki-reti Band Construction Committee. Hij aanvaardde het al had hij geen tijd tot zijn beschikking. Hij werkt hard. Hij is de eerste om naar de vergaderingen te gaan en hij nodigt andere leden uit om aanwezig te zijn. Zijn stiptheid is noemenswaardig. Mocht hij in de vlakte gebleven zijn dan zou hij voorzitter geworden zijn van talloze organisaties. Hij vraagt nooit om geld; oprechte discipelen geven het ongevraagd. Ze vragen hem hen te verwittigen als ze van dienst kunnen zijn. Hij vraagt nooit geld voor het doen van kathas (verhalen uit de Schriften) of het geven van lezingen. Tijdens propagandareizen geeft hij altijd zijn eigen geld uit. Hij betaalt zelf zijn treinticket. Hij geeft zelfs nooit een hint over het inzamelen van geld. Hij zegt: "Naar een plaats gaan met het doel geld in te zamelen is de laagste vorm van bedelarij. Het geld komt vanzelf als er oprechtheid is in het werk. Als het geld vanzelf komt zal ik werken, anders houd ik me stil. Lakshmie (godin van de voorspoed) verblijft waar er oprecht wordt gewerkt."

Het geld dat discipelen hem geven voor zijn persoonlijk gebruik geeft hij aan de Vereniging voor de bevordering van het werk. Hij houdt geen geld voor zichzelf. Een tijd geleden zei hij tegen Sivanarayana en mezelf: "Waarom zouden wij ons zorgen maken over de Aashram? Ik heb genoeg dienstbetoon gedaan. Ik heb een voorbeeld gegeven van het werk dat kan worden gedaan. Laat familievaders die echt geïnteresseerd zijn in dit Divine-Lifewerk en die oprecht zijn naar hier komen en de Aashram leiden. Het is hun plicht. Ik zal van aalmoezen leven. Ik bid tot de Heer: 'Laat alle werk stoppen! Bevrijd me van ieder instituut zoals het was in 1924.'"

Hij organiseerde Sankiertan Mandalis voor de verspreiding van de glorie van de Naam en Sankiertan Bhakti Yoga. Hij organiseerde Physical Culture Yoga Institutes voor de lichamelijke ontwikkeling van de jeugd, alsook van bejaarden en vrouwen. Hij organiseerde Yoga- en Vedantacentra voor de verspreiding van de kennis van Yoga en Vedanta. Hij trainde leerlingen voor de voortzetting van het werk.

Moge je je zijn eigenschappen eigen maken en Divine Life Centra organiseren voor het spirituele en materi'le welzijn van de mensen! Dit is de echte manier waarop je hem kunt dienen. Wat verwacht je meer van hem? Goe-roedev Sivananda kennen is Brahman (het Absolute) kennen.

Sivananda de Sthitapragnyaa
Ik houd ervan te luisteren naar anekdotes over Swamiji Maharaj van zijn oudere discipelen. Een tijd geleden vertelde zo'n discipel me over een bewonderaar van Swamiji, een M.A, Ph.D., die kwam voor een kort verblijf. Maar toen vond hij niets indrukwekkends of belangrijks in de koetir of in Swamiji Maharaj. Hij keerde terug naar huis. Voordien liet Swamiji niemand in zijn nabijheid komen voor welke dienst ook, zoals hij nu doet. Hij had bepaalde uren om bezoekers te ontvangen in zijn koetir. Hij was terughoudend, heel ernstig en niemand durfde te familiair met hem zijn. Hij boezemde iedereen ontzag in. Maar nu gaat hij vrij om met iedereen en allen voelen zich thuis in zijn nabijheid. Misschien is het daardoor dat de professor niets opmerkelijks aan Swamiji vond en was hij daardoor ontgoocheld.

Dit deed me nadenken over wat ik in Mahaatmaas zou moeten vinden. Swamiji is altijd aan het werk met zijn geschriften of het leiden van kiertans of het overlopen van de briefwisseling of ander werk in de Aashram, dagelijks, zoals elke gewone huisvader. Als dat het geval is, hoe kan ik hem dan onderscheiden van elke andere mens? Hij eet hetzelfde als iedereen: rijst, curry, fruit, melk en dhal-roti, zonder een toevlucht te nemen tot methodes uit lang vervlogen tijden, zoals leven van lucht, gedroogde bladeren of helemaal alleen in een grot. Laten wij nagaan wat Shrie Krishna zegt in de Bhagavad Gietaa over verlichte mensen en laten we zelf ontdekken wat we moeten vinden in Sivananda als het kenmerk van een Mahaatmaa.

V 3: Hij moet worden gekend als een sannyaasin die haat noch begeert.

V 7: Hij die gevestigd is in Yoga, het zelf (persoonlijkheid) gezuiverd, het zelf overwonnen en de zinnen beheerst, wiens Zelf het Zelf is van alle wezens, hij wordt niet bezoedeld, al handelt hij.

V 8-9: "Ik doe helemaal niets", denkt de in Yoga gevestigde kenner van de essentie (tattvavit); ziend, horend, etend, voelend, ruikend, gaand, slapend, ademend,
Sprekend, loslatend, grijpend, de ogen openend en sluitend, beweert hij: "De zinnen bewegen te midden van de zintuiglijke voorwerpen."

V 10: Hij die handelt, alle handelingen in het Absolute (Brahman) plaatsend en gehechtheid opgevend, hij wordt evenmin bezoedeld door zonde als een lotusblad door water.

V 12: De verenigde (yoektah) die de vruchten van handeling (karmaphalam) heeft opgegeven, bereikt de eeuwige vrede; de niet-verenigde, gedreven door begeerte en gehecht aan de vrucht, is gebonden.

V 13: Alle handelingen in de geest opgegeven hebbend, zetelt de soevereine bewoner gelukkig in de stad met de negen poorten (het lichaam), handelend noch aanzettend tot handeling.

In deze verzen beschrijft Krishna de aard en de handelwijze van de verlichte wijze op een heldere en directe manier. We zullen deze norm gebruiken om de kenmerkende eigenschappen van Swamiji te beoordelen. Ik ben er vast van overtuigd dat hij zichzelf heeft gevormd naar het model van deze verzen. Al eet hij hetzelfde als anderen, al spreekt en gedraagt hij zich als gewone mensen toch zal een aandachtig waarnemer zien dat de geest van Swamiji geen tekens vertoont van ergernis, woede, teleurstelling of welke andere verandering ook zoals men redelijkerwijze zou verwachten dat hij wel op zo'n manier zou reageren. Dit toont duidelijk aan dat zijn geest in het Zelf rust, onaangedaan door de bedrijvigheden van de buitenwereld. Als hij de hoogste verwerkelijking bereikte waarom zou hij zich dan zorgen maken over de menigvuldige plichten die hij op zijn schouders nam? Het is uit zuivere liefde voor de strijdende mensheid dat hij zijn krachtige en eenvoudige methodes gebruikt om hun ogen te openen. Daar hij het Zelf verwerkelijkte, probeert het intellect telkens weer dichtbij het Zelf te komen, aangezien het de zaligheid heeft geproefd van de nabijheid van het Zelf. Maar Swamiji koos er niet voor zichzelf buiten te sluiten om de staat van zaligheid te genieten wat hij heel gemakkelijk wel had kunnen doen. Hij koos ervoor onophoudelijk ten dienste te staan van de hele mensheid, zonder in overweging te nemen wat anderen over hem dachten.